Legende

Reis mee naar de 13de eeuw, waar de Heilig Bloedprocessie zijn oorsprong vindt. Volgens de legende bracht Graaf Diederik van de Elzas na de Tweede Kruistocht het Heilig Bloed naar Brugge.

Relikwie van het Heilig Bloed

Volgens de legende bracht Graaf Diederik van de Elzas in 1150, na een avontuurlijke Tweede Kruistocht, het Heilig Bloed mee naar Brugge. Hij kreeg de relikwie als een geschenk mee uit Jeruzalem, als schat voor de stad en als teken van zijn heldhaftigheid. Samen met zijn dappere vrouw Sybilla van Anjou en de wijze abt Leonius, plaatste hij de relikwie in de prachtige Sint-Baseliuskapel op de Burg. En zo begon het wonderlijke verhaal van het Heilig Bloed in Brugge.

Diederik van de Elzas, graaf van Vlaanderen

In een ver verleden, toen Vlaanderen in onrust was, stond de troon leeg na de dood van graaf Karel de Goede. Willem Clito en Diederik van de Elzas streden om de macht. Tegen de wil van Vlaanderen in werd Willem Clito in 1128 de nieuwe graaf. Diederik, afstammeling van graaf Robrecht I, kreeg steun van steden zoals Brugge en Gent. Enkele maanden later al leidde de rivaliteit tussen Diederik en Willem tot een strijd waarbij Willem Clito sneuvelde en Diederik van de Elzas de troon besteeg. Dit werd erkend door Lodewijk VI van Frankrijk en koning Hendrik I van Engeland. Diederik wist een neutrale positie te handhaven tussen Frankrijk en Engeland. Hij huwde eerst Swanehilde en na haar dood hertrouwde hij met Sybilla van Anjou. Na zijn deelname aan kruistochten en politieke intriges keerde hij terug naar Vlaanderen, terwijl Sybilla het thuisfront bestierde en tegenstand moest bieden aan Boudewijn IV, graaf van Henegouwen, die Vlaanderen probeerde in te palmen. Diederik stierf in 1168. Zijn nalatenschap vormde een kleurrijk hoofdstuk in de geschiedenis van Vlaanderen.

Een legende

Het verhaal is boeiend maar roept vragen op. Jeruzalem, met heilige plaatsen als de Heilig Grafkerk, trok pelgrims aan, maar geen van hun verslagen vermeldt een Heilig Bloedrelikwie. Dit is opmerkelijk. Ook de datering wekt twijfel op: als de relikwie in 1150 naar Brugge kwam, waarom dateert het oudste bewijs van aanwezigheid in Brugge pas uit 1256?

Plunderingen in Constantinopel

Wat vaststaat in de geschiedenis is dat er in Constantinopel een relikwie van het Heilig Bloed bewaard werd, gehuisvest in de Mariakapel van het keizerlijke paleis Bucoleon. Deze kapel herbergde diverse relieken van het lijden en de dood van Christus, waaronder de doornenkroon, de lans, een stuk van het kruis, de nagels en de lijkwade.

In 1203 overtuigden de Venetianen de kruisvaarders van de Vierde Kruistocht om eerst Constantinopel aan te vallen voordat ze naar Jeruzalem zouden gaan. Na het veroveren van de stad in 1204, volgde een plundering van drie dagen. Boudewijn IX, graaf van Vlaanderen en een leider van de kruistocht, werd tot keizer van Constantinopel benoemd. Het is aannemelijk dat relieken - buitgemaakt in Constantinopel, waaronder mogelijk het Heilig Bloed - naar Vlaanderen zijn gebracht en specifiek naar Brugge. Zijn dochters Johanna en Margaretha stonden aan het hoofd van het graafschap. Het bergkristallenflesje waarin het gestolde bloed bewaard wordt, vertoont ook kenmerken die naar Constantinopel verwijzen.